Kleine herkauwers

Bij Buitenpraktijk Oost behandelen we de kleine herkauwers schapen, geiten en alpaca’s. We zijn er voor zowel voor hobbyvee als voor de begeleiding van bedrijfsmatig gehouden dieren.

Ontworming bij schapen en geiten

Een goed ontwormingsbeleid is belangrijk om groeiverlies bij lammeren te voorkomen. Het is ook belangrijk om de ontwikkeling van resistentie tegen de ontwormingsmiddelen te voorkomen zodat de middelen in de toekomst ook nog effectief kunnen worden ingezet.

De ooien dragen in de winter altijd wormen mee die in hun darmen ‘overwinteren’, deze komen vrij bij een stress moment. Het grote stress moment is natuurlijk de bevalling en als deze ooien zonder ontworming met de lammeren de wei in gaan dan kunnen de ooien voor een erg hoge wormbesmetting op de wei zorgen. Deze hoge besmetting kan bij de lammeren problemen geven. Vandaar het veelgehoorde advies om de ooi na het lammeren te ontwormen, ten minste een paar dagen voordat ze de wei in gaat.

De cyclus van de wormen is ongeveer drie weken tussen de opname van de eieren en het moment dat de volwassen wormen in de darmen zijn. Dit is ook weersafhankelijk dus de cyclus kan wat verschillen. Daarom is het goed als de schapen met lammeren elke 3 weken omgeweid worden. Als bij lammeren voor de eerste keer mestonderzoek wordt gedaan als ze één maand in de wei lopen dan kunnen we kijken of het dan al nodig is om deze te ontwormen, of dat dit later kan of zelfs eerst niet nodig is.

Vervolgens is het advies om na vier weken een gemengd mestmonster van de lammeren te laten onderzoeken of een volgende behandeling al nodig is of dat deze nog even kan wachten. Verder wordt de mest ongeveer twee weken na een behandeling gecontroleerd, om zo te kijken of het ingezette ontwormingsmiddel nog effectief werkt bij de wormen die aanwezig zijn binnen die koppel dieren. Dit onderzoek kunnen we op de praktijk uitvoeren.

‘Het bloed’ bij lammeren: hoe bescherm ik mijn dieren?

Het bloed (Pulpy kidney) is een ziekte wordt veroorzaakt door het toxine van de bacterie Clostridium perfringens type D. Deze bacterie komt voor in de grond en maar ook in het normale spijsverteringskanaal van de lammeren.

Vooral bij lammeren die erg eiwitrijk melk/gras opnemen kan dit leiden tot een onbalans in de darmen en kan de bacterie gaan overgroeien. Deze bacterie produceert toxines, die in het bloed terechtkomen en plotselinge sterfte veroorzaken. Vrij typisch is dat hierbij de ‘beste’ lammeren sterven.

Tegen het bloed kan gevaccineerd worden. De lammeren kunnen vanaf twee weken leeftijd gevaccineerd worden en de vaccinatie moet vier weken later herhaald worden om een volledige bescherming te bieden. Op deze manier is het lam vanaf zijn 6e levensweek goed beschermd. In een ideale wereld zou de ooi ook nog 8-2 weken voor de lammerij eenmalig gevaccineerd worden zodat zij de bescherming via de biest kan doorgeven aan het lam. Dit geeft het lam extra bescherming in de 1e levensmaand voordat deze zelf volledig gevaccineerd is.

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken bij één van onze dierenartsen? Neem dan contact met ons op!

Contact